In de praktijk

toysEen Mijn Backpack introductie binnen de voorziening bestaat uit:

 

  • Introductie presentatie bij de Voorziening (2 uur) waarbij de gedragswetenschappers aanwezig zijn die de implementatie in de voorziening te begeleiden.
  • Trainingsdag voor pleegzorgwerkers (10 – 17 uur) in leren werken met de materialen.
  • Workshop voor een groep van maximaal 10 pleegkinderen gegeven door pleegzorgwerkers onder begeleiding van Mijn Backpack trainers (2 uur).
  • Infobijeenkomst voor pleegouders  ter informatie op de methode en instructie hoe kinderen voor te bereiden op de workshop en een bijeenkomst tijdens de workshop met de kinderen .
  • Individuele afspraak van pleegzorgwerkers met de kinderen om het computerprogramma te spelen en het verhaal te maken.
  • Vervolgafspraak van pleegzorgwerkers om met de kinderen de link te maken tussen het verhaal van de eend (het gemaakte boek) en het eigen verhaal van het kind.
  • Ondersteuning op afstand van pleegzorgwerkers door de trainers van Mijn Backpack
  • Evaluatie sessie na afloop van introductie en afspraken voor implementatie en ondersteuning tijdens verdere implementatie binnen de Voorziening (3 uur).
  • Afronding van de training met een certificaat voor deelnemers na positieve beoordeling van het verslag van de deelnemers over de training en het werken met een kind.
  • Begeleiding binnen de voorziening wordt gegeven door de gedragswetenschapper en (op afstand) Mijn Backpack teamleden.
  • Vervolgtraining kan gegeven worden in omgaan met emoties, trauma, scheiding en verlies als verdieping op de kennis opgedaan in de training.

Met Mijn Backpack wordt gewerkt bij  Youke in Utrecht en het Gooi, Stichting Gereformeerde Jeugdzorg NederlandElker Pleegzorg in Groningen en Juvent in Zeeland. Binnen deze voorzieningen is Mijn Backpack onderdeel van het aanbod voor pleegkinderen van 4 tot 12 jaar.

Kinderen en pleegzorgwerkers zijn erg enthousiast. Kinderen zijn in de workshop heel open en het blijkt dat het materiaal uitnodigt om over emoties te praten zonder dat je therapeut hoeft te zijn. Er is veel vrolijkheid bij het spelen van het computerspel (“De poppen vlogen door de ruimte”) maar kinderen tonen ook emoties. Werkers vinden het heel leuk een middag met kinderen bezig te zijn en hebben nu ook echt iets in handen wat tot gesprek leidt. In veel gevallen worden door kinderen ook veel vragen gesteld waar ze nog nooit mee kwamen. In een enkel geval is al een afspraak gemaakt met ouders om die vragen ook te kunnen stellen.

Hieronder enkele opmerkingen van kinderen en werkers over het spel en uitspraken tijdens het spelen:

Kinderen:

“als ik ouder ben zal ik nog wel met de eend spelen.”

“De eend gaat in de rugtas altijd mee naar speltherapie en slaapt bij mij in bed. In de therapie werken we nu ook met de emotiekaartjes”

De eendenvader en moeder waren wel verdrietig maar voor Eend was het wel goed, die was best eenzaam bij de eendenfamilie”

 

Pleegzorgwerkers:

“Ik heb na het spelen van het spel veel meer een band met het kind, kan nu ook over andere dingen veel beter met haar praten. Ze weet nu dat ze mij kan gebruiken om iets te vertellen”

“Heel leuke middag met het kind, naast de eend voegde hij ook veel Dolfje Weerwolfje verhalen erin. Nu wil hij antwoord op vragen wat er echt is gebeurd en hij wil ook ook dat zijn verhaal wordt opgeschreven”

“Kinderen vonden het heel leuk dat je speciaal voor hen een middag kwam en beseffen best dat je praat over eend, maar dat het eigenlijk over henzelf gaat”

“Kinderen vonden het heel leuk om andere pleegkinderen te ontmoeten en vooral heerlijk om zomaar te kunnen praten en vertellen over “mijn moeder is in de war”.

“Twee kinderen hebben vriendschap gesloten en we hebben dus na de workshops en spelen van het spel nog een ontmoeting georganiseerd. Kinderen zijn blij een ander pleegkind te kennen”

Gedragswetenschapper

“”Zonder enige uitzondering waren de medewerkers en pleegkinderen zeer positief over ‘Mijn Backpack’. Los van het middel zelf leverde alleen de andere wijze van contact maken met het pleegkind, dan normaal gesproken het geval is, al veel op. Zo is de onderlinge relatie tussen het pleegkind en de pleegzorgbegeleider beter geworden, meer vertrouwd, er wordt makkelijker contact gemaakt dan voorheen. Het samenwerken leverde ook spontaan andere/nieuwe informatie op over het pleegkind. Op subtiele wijze kon bijvoorbeeld vrij plotseling open gesproken worden over hetgeen pleegkinderen belangrijk of juist vervelend vonden t.a.v. bezoekregelingen”

“Uiteraard heeft ‘Mijn Backpack’ ook vooral iets opgeleverd m.b.t. het verwerken van de uithuisplaatsing. De pleegkinderen leken erkenning te voelen door er over te praten en bevraagd te worden. De aanwezigheid van de eend en het feit de pleegzorgbegeleider over de eend sprake ipv over het pleegkind zelf, leek voldoende veiligheid te bieden voor het pleegkind om te vertellen over zijn ervaringen. Enerzijds is dit middel, bij deze pleegkinderen, heel helpend geweest voor de verwerking en verdere aanknopingspunten om met het pleegkind verder te gaan. Daarnaast levert het veel informatie op die voorheen onbekend was en waardoor de mensen om het pleegkind heen (met name pleegouders), gedragingen beter kunnen begrijpen en kunnen aansluiten bij het pleegkind. De pleegzorgbegeleider neemt dit mee in de verdere begeleiding van pleegouders en in de contacten met andere hulpverleners.”

“Het heeft binnen de afdeling Pleegzorg geleid tot bewustwording van de impact van een uithuisplaatsing voor een pleegkind. Veelal lag de focus op de impact van een nieuwe omgeving, het gemis van eigen ouders enz.. Terwijl vaak niet werd stilgestaan bij de invloed van de daadwerkelijke uithuisplaatsing zoals door het kind beleefd is en dus ook niet bij de gevolgen die dit mogelijk heeft voor de pleegzorgplaatsing.”